archiveren

Maandelijks archief: april 2017

Marco van Basten’s voorstellen betreffende spelregelwijziging zijn met gemengde gevoelens ontvangen. Hij stelde ondermeer het volgende voor:

  1. Buitenspel afschaffen
  2. Tijdstraffen in plaats van gele kaarten
  3. Shoot-out in plaats van verlenging
  4. Effectieve speeltijd in extra-tijd toevoegen
  5. Vliegende wissel
  6. Meer dan 3 wissels
  7. Alleen aanvoerder mag met scheidsrechter communiceren
  8. Maximaal toegestaan aantal overtredingen
  9. 8 tegen 8 op klein veld voor jeugd- en seniorenteams
  10. Minder wedstrijden per jaar voor profclubs

Daarnaast heb ik ook geruchten vernomen dat er wordt bekeken of de doelen groter gemaakt kunnen worden en er wordt gedacht over maatregelen om het terugspelen op de keeper in te perken. Ook zouden keepers in hun doelgebied beter moeten worden beschermd. Verder zouden schwalbes zwaarder moeten worden bestraft.

.

Marco-van-Basten

Marco van Basten

.
Met uitzondering van punt 3. kan ik mij wel vinden in Van Basten’s voorstellen. Zelf kan ik er ook wel een paar verzinnen. Uit het straatvoetbal herinner ik mij de ongeschreven regel dat drie overtredingen een corner opleveren, behalve als de laatste overtreding een gunstige plek voor een vrije trap oplevert – die heeft dan voorrang boven de corner (dit ter beoordeling aan het gedupeerde team). Vijf of zes overtredingen zou eventueel bestraft kunnen worden met een penalty of directe vrije trap op de rand van de 16. Doelpunten zijn nu eenmaal de slagroom op de taart; hoe meer hoe beter.

Verder herinner ik mij een maatregel die dacht ik in Mexico ooit is toegepast; een speler die een tegenstander ernstig blesseert, mocht net zo lang niet spelen als de speler die hij blesseerde. Wellicht moet hieraan een beoordeling door een commissie van de bond worden verbonden en eventueel een maximum aantal uitsluitingen om bewuste uitlokking van dit soort straffen te voorkomen.

Ook zou er in profcompetities veel meer gebruik moeten worden gemaakt van doellijntechnologie en video-scheidsrechters. Dat zou voor de referees ook een taakverlichting opleveren en cruciale foute beslissingen, die in een aantal gevallen miljoenen schade aan clubs tot gevolg hebben. Voorbeeld hiervan is de beruchte ‘knipoog-Kroaat’ (en de daarop volgende dubieuze 1-7 nederlaag van Dynamo Zagreb tegen Lyon) waardoor Ajax werd uitgeschakeld in de CL.

.

Knipoog Kroaat

De ‘Knipoog Kroaat’

.

Een aantal voorstellen van de spelregelwijziging bevordert in aanleg niet alleen het aantal doelpunten per wedstrijd, maar ook potentieel aantrekkelijke situaties die onder de huidige regelgeving door overtredingen geen kans krijgen om te ontstaan. Vooral in het extreem fysieke Premier League voetbal wordt het publiek mooie aanvallen onthouden door een enorme reeks van overtredingen. Het heeft voor clubs dan geen zin meer om elf gewetenloze criminelen met het mes tussen de tanden het veld in te sturen.

Er is veel kritiek op Van Basten’s voorstellen, maar gelukkig heeft hij zich daar nooit veel van aangetrokken. De doorsnee mens heeft over het algemeen een hekel aan veranderingen. Om het voetbal aantrekkelijker en eerlijker te maken, moet er echter iets veranderen. Clubs uit het veel geprezen Premier League circus presteren veelal matig tot slecht in Europese toernooien, omdat fysiek spel (= veel overtredingen) weinig oplevert tegen ploegen van het Europese continent die meer bedreven zijn in goed positioneel en technisch voetbal. Dat is Van Basten waarschijnlijk ook opgevallen.

.

.

Het tiki-taka van Barcelona, dat jaren geleden door het Benfica onder aanvoering van Fernando Chalana reeds werd gespeeld, is leuker om te zien dan fysieke Britse voetbal, dat in wezen niets anders is dan een excuus voor het maken van overtredingen als de tegenstander gevaarlijk dreigt te worden. Behalve meer kijkplezier, zullen minder overtredingen ook minder blessures tot gevolg hebben, waardoor betere spelers minder vaak geblesseerd langs de kant hoeven te zitten. Als er iemand is die over blessureleed kan meepraten dan is het Van Basten wel.

Zijn doel is om het voetbal mooier te maken; een aantrekkelijker kijkspel. Als mensen in andere bedrijfstakken met elkaar zouden omgaan op de manier waarop veel voetballers dat nu doen dan zou het gevangenis- en taakstraffen regenen (het boven wetten staande management uitgezonderd natuurlijk). Maar ook in de keiharde mannensport rugby, gedragen spelers zich fatsoenlijker dan de doorsnee voetballer. Overtredingen veroorzaken blessures, beroven het publiek van potentieel fraaie momenten en beperken het aantal doelpunten. Voetbal hoeft geen watjes-sport te worden, maar dat het met de nodige aanpassingen meer kijkvreugde kan opleveren, staat vast.

Ik hoop dat MvB ook in zijn huidige rol gaat scoren.

In de discussie rond de aanstelling van een nieuwe bondscoach, dook de naam op van Roger Schmidt. Waarschijnlijk omdat velen de dubbele slachtpartij van Ajax door Red Bull Salzburg niet van het netvlies kunnen krijgen. Misschien heeft Schmidt’s voorganger bij RBS, KNVB-bobo Co Adriaanse, hier ook iets mee te maken.
.
1899+Hoffenheim+v+Bayer+Leverkusen+Bundesliga+Uq51oq7gai-l
.
Waarom wordt Schmidt als kandidaat gezien en hoe (on)logisch is dat? RBS zette tegen Ajax twee wedstrijden 90 minuten achtereen vol druk; Ajax bezweek buiten adem onder de Oostenrijkse storm. Dan moet RBS wel een goede ploeg zijn, zou een conclusie kunnen zijn. En de trainer van die club dus ook. Wellicht kan Schmidt zijn kunstje bij de KNVB herhalen om het Nederlandse voetbal uit het moeras van aanhoudend dramatische vertoningen te trekken.
 .
Het klinkt misschien aardig in oren aan een hoofd waaruit nooit kritische geluiden komen, maar in andersgeaarde hoofden gaan er alarmbelletjes rinkelen. Een bondscoach ziet zijn selectie weinig, terwijl een clubtrainer – wat Schmidt bij RBS was – zijn spelersgroep vaker ziet dan zijn vrouw en / of vriendin. Dat een bondscoach dus de conditie van spelers kan verbeteren – de basis van de RBS-successen – is de eeste misvatting.
 .
Daarbij schreef ik reeds in een eerder blogartikel ‘Conditie’ dat RBS een mysterieuze arts in dienst heeft, die decennia geleden atleten uit de voormalige DDR naar ongekende successen drogeerde. DDR-atletes hadden een zware stem, scheerden zich drie keer op een dag (ook hun rug) of plasten zelfs rechtopstaand. Zo’n wonderdokter heeft het Nederlands elftal niet. Die brengt Schmidt ook niet mee, dus dat is de tweede misvatting.
 .
Zonder een dergelijke medische randfiguur verging  het Schmidt wat minder goed bij Leverkusen, dat hem na teleurstellende resultaten op straat zette. Mocht een club een sportieve topprestatie willen neerzetten dan zou er aan gedacht kunnen worden om Schmidt EN de dokter in dienst te nemen. Schmidt alleen halen zou een derde misvatting zijn.
.
Een opmerkelijke gebeurtenis die hieraan wellicht is gerelateerd, is veroveren van goud door Red Bull Salzburg in het UEFA Youth League toernooi. Het toch niet kinderachtige Benfica – dat ondermeer de jeugd van Real Madrid versloeg – werd in de finale vrijwel continu onder druk gezet, waardoor Benfica gedwongen werd een voorsprong uit handen te geven. Het is niet ondenkbaar dat Red Bull’s dokter de jeugdspelers van RBS (letterlijk) heeft opgepept.
.
Meer misvattingen heeft zelfs de KNVB niet nodig om van Schmidt af te zien.

Hoewel we in een uithoek van het universum leven met drie dimensies (tijd gemakshalve even buiten beschouwing gelaten), zijn veel zaken nog in een dimensie minder uitgevoerd. Het verkeer is voor het overgrote deel 2-dimensionaal – gelijkvloerse kruisingen, vaarroutes en andersoortige ellende, waardoor voer- en vaartuigen kunnen botsen. Zelfs in het driedimensionale vliegverkeer komen botsingen wel eens voor. Hoewel ze in die tak meer last hebben van zwaartekracht.

Wie daar ook onder gebukt gaan, zijn voetballers. Verreweg het grootste deel van het rondspelen van de bal vindt over de grond plaats. Ook bij passeerbewegingen wordt de bal over de grond gespeeld – het is de reden waarom veel van dergelijke acties mislukken. Alleen passes over afstand, vrije trappen, paniekvuurpijlen van verdedigers en corners gaan vaak door de lucht.

Dan is er het afwerken op doel; de meeste spelers die in scoringspositie terechtkomen, roeien de bal zo hard als ze maar kunnen enigszins richting doel en hopen vervolgens op God’s zegen. Over de grond in de meeste gevallen. Hierdoor is het aantal kansen veel groter dan het aantal doelpunten. Voor keepers die onder vuur worden genomen, volstaat het meestal wel om in twee dimensies te reageren, want de meeste spelers die in kansrijke positie komen, raken toch wel in paniek en rammen de bal blind op doel. Veel reddingen komen voort uit het tijdig naar de grond gaan van keepers. De meeste reddingen verrichten sluitposten immers op laag bij de grondse schoten. Hun heldendom of falen speelt zich grotendeels af in twee dimensies.

Soccer - FIFA World Cup 1994 USA - Group B - Brazil v Russia - Stanford Stadium, San Francisco

Romario

Spelers die meer succes hadden bij het scoren van doelpunten waren Bergkamp, die het stiften van de bal tot kunst had verheven en Romario, de gevaarlijkste aanvaller in de zestien sinds 3400 voor Christus. Zij raakten voor het vijandelijke doel zelden in paniek en lieten zich niet beperken tot twee dimensies om de bal tegen het net te schieten. Behalve een natuurlijk talent om in hectische situaties rustig te blijven (zonder chemicalien) en de bal desnoods in drie dimensies af te vuren, lijkt het mij een kwestie van veel oefenen om goed te worden in het benutten van doelrijpe kansen. Aanvallers die erin slagen om zich driedimensionaal denken en handelen eigen te maken, kosten veel geld en verdienen ook een aardige boterham. Zij zijn goud waard voor clubs.

Hoewel het blind rossen van de bal eerder traditie is dan uitzondering, is het wellicht de moeite waard om andere opties te overwegen, teneinde meer beweging te krijgen in het scoreboard. Mensen trekken naar de stadions om doelpunten te zien (liefst van de eigen club). Om dat te bereiken, is niet veel nodig. Het vereist slechts een Bergkampse of Romariaanse instelling. Ik stel voor dat DB zich ernstig kwaad maakt op aanvallers die maar raak schieten zonder het net te raken en hen het geheim van de stift leert. Want wij willen meer subtiele doelpunten als gevolg van intelligent voetenwerk bewonderen in plaats van jammerlijk gemiste kansen. Dat domme geram hebben we nu wel gezien.

Na 4 jaar slaapverwekkend voetbal onder FdB, doet het voetbal dat Ajax op de grasmat legt, geen pijn meer aan de zintuigen. Daarbij boekt het team nog goede resultaten ook, zelfs in de Europese competities. Vier schalen is ook niet alles; het oog wil ook wat. De gast die verantwoordelijk is voor deze aangename opleving is PB. Druk zetten, 5-seconden-regel, goed positiespel, een keer raken en een strakke organisatie, het zijn zaken die fans in in het afgelopen lustrum slechts sporadisch kregen voorgeschoteld.

zelf getekende Peter Bosz cartoon

Peter Bosz

Hoewel Onana, Zyech, Sanchez en Dolberg welkome versterkingen van het eerste zijn, moet er met het beschikbare spelersmateriaal een samenhangend systeem worden uitgevoerd. Dat lukte FdB ook wel, maar zijn risikoloze verdedigende spelopvatting wakkerde het Prozac-gebruik onder de fans hevig aan. Spelers worden daar ook niet vrolijk van en dat was in het laatste jaar te merken.

Om een ploeg die ontevreden is over het systeem dat ze jaren achtereen hebben moeten uitvoeren weer aan de praat te krijgen, is een prestatie op zich. Om spelers daarbij een ander systeem te laten spelen, is het tweede probleem waarmee PB werd geconfronteerd. Dan heb je natuurlijk altijd spelers die daar om wat voor reden dan ook moeite mee hebben. PB liet ze gewoon gaan…

Het lijkt erop alsof hij plannen heeft om zowel op als buiten het veld zijn visie vorm te geven. De resultaten die Ajax (met steeds mooier spel) boekt, doen vermoeden dat hij daarin ook gaat slagen. Bij een club als Ajax waar veel stromen en onderstromen het wel en wee van de club bepalen, is zoiets een zware opgave. Cruijff beet er zijn tanden op stuk. Zeker voor een trainer die een 010-achtergrond heeft en door (een deel van) de achterban met argwaan wordt gevolgd.

De wedstrijden tegen Schalke 04 geven in ieder geval aan dat de spelersgroep, die PB wel wilde behouden, vierkant achter hem staat; de jonge gasten gingen tot voorbij het gaatje om de halve finale van de UEFA-cup te bereiken. Dit is voor een groot deel toch de verdienste van de trainer. Het is een wisselwerking tussen hem en de spelersgroep die op dit moment uitstekend werkt.

Het had ook heel anders kunnen lopen, zoals Wilfred Genee na de circusact van Ajax tegen Schalke 04, suggereerde. Als Ajax was uitgeschakeld en daarna van PSV zou verliezen, zouden er ongetwijfeld een aantal bijlen uit diverse kasten zijn gehaald om PB’s kop eraf te hakken. Het seizoen 2016-2017 zou dan immers niets aan prijzen hebben opgeleverd. Godzijdank werd Ajax in Gelsenkirchen een mirakel gegund, waardoor PB de kans krijgt om zijn ideeen verder uit te werken.

Wellicht vinden de spelers hierin aanleiding om, ondanks de vermoeienissen van de strijd op het Europese platform, zondag ook de lampjes onder het gras te stoppen.

Wat ik mis in de discussies op TV aangaande de aanstelling van een nieuwe bondscoach is het feit dat Henk ten Cate met succes veldtrainer van Barcelona is geweest. Van 2003 tot 2006 verzorgde hij de veldtrainingen onder Frank Rijkaard waarmee FCB in die periode twee keer kampioen werd van de Primera Division. Daarna werd hij trainer van Ajax, waar hij het kampioenschap op één punt misliep.

Zowel Ajax als Barcelona spelen een type voetbal dat is gebaseerd op de principes van de ‘Hollandse school’. Ajax bewees recentelijk dat er met een (geëvolueerde versie) van de Hollandse school nog een fatsoenlijk resultaat is te boeken. Ajax’ wedstrijden tegen Kopenhagen, Feyenoord, Schalke 04 en in mindere mate tegen Heerenveen, hebben aangetoond dat in Nederland nog spelers rondlopen die het voetbal van de Hollandse school nog beheersen; het begint erop te lijken dat het vertoonde voetbal geen incident is.

De wedstrijden tegen Kopenhagen en Schalke 04 doen vermoeden dat er met het Hollandse school systeem ook op internationaal niveau nog iets te bereiken valt. Het is in ieder geval een gegeven waarop verder kan worden gebouwd. Daarvoor heb je dan wel een trainer nodig die het systeem kent en liefst ook de spelers waarmee hij moet gaan werken. Ten Cate lijkt aan deze voorwaarden te voldoen.

Met de charismatische Gullit als boegbeeld kan Ten Cate in een relatieve rust bouwen aan de evolutie van het Hollandse school voetbal dat is voortgekomen uit het ‘Totaal-voetbal’ dat Rinus Michels het nationale elftal liet spelen op het EK van 1974. Het niveau van de spelers die Michels ter beschikking had, was hoog, maar het huidige voetbal is ook sneller geworden.

Toch beschikt een deel van de huidige generatie spelers over een niveau waarop verder kan worden gebouwd – in de verdediging en op het middenveld. In de aanval ontbreekt, metname op de spits- en rechtervleugelpositie, nog de kwaliteit die nodig is om een moderne versie van de Holandse school te kunnen uitvoeren. Karsdorp lijkt daarbij op de rechtervleugelpositie over de potentie te beschikken om het nieuwe Hollandse school systeem te spelen. Op de andere vleugelback positie is er nog steeds een probleem. Tete kan goed verdedigen, maar heeft aanvallend weinig inbreng; speelt teveel achteruit.

Wat Gullit / Ten Cate gegund moet worden is tijd om aan het systeem te bouwen. Ook is het nodig om de (top)clubs in de Nederlandse competitie een systeem te laten spelen dat aansluit op het nieuwe Hollandse school voetbal. Iedere club heeft uiteraard zijn eigen cultuur, maar dat was in 1974 ook het geval. Wat nodig is dat er voor elke positie spelers worden opgeleid die de nieuwe Hollandse school kunnen uitvoeren, ook als hun eigen club in een ander systeem speelt. Daarvoor is het wellicht nodig dat internationals ook buiten de interlandperiodes bij elkaar kunnen komen. Daar zullen de clubs niet blij mee zijn, maar op de lange termijn zullen ook zij daarvan profiteren doordat ze hogere transferbedragen ontvangen voor de door hen opgeleide spelers.

Hiermee wordt de positie van Technisch directeur bij de KNVB belangrijker dan ooit, want Nederland moet met het door Nederland uitgevonden systeem een inhaalslag uitvoeren om op internationaal niveau weer goede resultaten te kunnen boeken. Het huidige voetbal van het nationale elftal is geen op zichzelf staand probleem; er is een goed doordacht proces voor nodig dat met medewerking van de Eredivisieclubs moet worden aangepakt. Er moet voor worden gezorgd dat sleutelspelers zich bij de clubs op de juiste manier kunnen ontwikkelen.

Behalve de aanstelling van een nieuwe bondscoach of tendem van bondscoaches, is dus ook het vinden van de juiste Technisch directeur bij de KNVB van belang. Ook dat is een aspect dat in de discussies op de TV slechts gedeeltelijk wordt belicht, laat staan dat het wordt onderbouwd met argumenten. Deze Technisch directeur moet boven de partijen (boven de erdivisieclubs) staan en de clubs ervan kunnen overtuigen dat het ook de clubs voordelen gaat opleveren als er op een gecoördineerde manier wordt gewerkt.

In de overbruggingsperiode tussen het uitleggen van het idee en het tijdstip waarop de vruchten van het samenwerkingsverband kunnen worden geplukt, zal de KNVB de clubs op een of andere manier tegemoet moeten komen. Dat zal de clubs motiveren om sleutelspelers op te leiden en van tijd tot tijd af te staan aan de trainingen van internationals, terwijl de KNVB op termijn een sterker nationaal elftal in het veld kan brengen.

De tegemoetkomingen die de KNVB aan de clubs zou kunnen verstrekken, zou kunnen bestaan uit compensatie voor het opleiden van sleutelspelers (naast de vergoeding voor het afstaan van deze spelers). Hierdoor kunnen de opleidingen in het algemeen op een hoger niveau worden gebracht. Ook minder welgestelde clubs kunnen dan wellicht naast het overleven in de competitie, meer geld uitgeven aan het op de centraal geregelde manier opleiden van spelers. Dit omdat er met enige regelmaat grote talenten bij kleine clubs opduiken. Ook kan worden gedacht aan het stimuleren van satelliet-verbanden tussen clubs, zoals Feyenoord-Excelsior en Ajax-Almere City, waardoor er op dat gebied een wederzijds aantrekkelijk financiëel model kan ontstaan doordat de KNVB daaraan meewerkt – de clubs fatsoenlijk compenseert voor het afstaan van spelers.